Aaf Beers-Schilder heeft een neus voor behoeftigheid
Stichting Werkend Missieteam
Als jonge jongens begonnen zij in 1970 op de leerlingbouwplaats van het bedrijf dat toen nog Bouw- en aannemingsbedrijf Hein Schilder heette. Van die 20 leerlingen werken er nog zeven bij het huidige HSB. Dat zijn Jan Hoogland, Henk Guijt, Willem (Wil) Beets, John Krüse, Douwe Wiersma, Piet Groot en Willem de Boer.
Alle facetten van de woningbouw
Henk Guijt weet nog precies waarom hij 47,5 jaar geleden na de ambachtsschool koos voor de leerlingbouwplaats: ‘Je wist dat je een woning leerde bouwen, van de fundering tot de deuren. Zo beleefde je alle facetten van de woningbouw.’ Willem Beets was ervan overtuigde dat je beter op de leerlingbouwplaats kon starten dan aan de slag gaan bij een kleine aannemer: ‘Daar werd je veel meer als krullenjongen gebruikt.’ Piet Groot zegt heel eerlijk dat hij helemaal niet wist waar hij aan begon: ‘En al helemaal niet waar het ging eindigen. Ik heb uiteindelijk mijn hele leven gemetseld en dat verveelt nooit. Als je iets écht wilt, dan lukt het altijd. En bedenk wel, vroeger was het werk wel zwaarder dan nu.’ Willem de Boer beaamt dat. Hij weet nog dat hij als vijftienjarige de vraag kreeg om even een vrachtwagen te lossen: ‘Dat bleken zakken cement van vijftig kilo en zakken kalk van veertig kilo te zijn. Dat kon je maar net aan tillen, maar je deed het. We zullen wat met kozijnen en steigerpalen gezeuld hebben. Je pakte altijd alles aan, er werd nooit nee gezegd.’ Hoe hoog het loon was dat de leerlingen dan aan het eind van de week in hun loonzakje kregen? John Krüse zegt het met volle zekerheid: ‘Precies 23 gulden en 75 cent. Voor 42,5 uur werken.’
Ons hart ligt bij het bouwvak
Alle zeven bleven ze werken bij HSB. De een hield het bij timmeren of metselen terwijl de ander voorman, hoofduitvoerder of kwaliteitscontroleur werd. Douwe Wiersma, timmerman, kijkt met enige weemoed terug: ‘Vroeger timmerde je alles, van de vloeren en de balklagen tot en met de trappen en de kap. Nu komt alles kant en klaar aan en is het veel meer een kwestie van monteren en kozijnen stellen.’ Henk Guijt begon als timmerman, maar eindigde als hoofduitvoerder: ‘Helaas moest ik vanwege ziekte eerder stoppen met werken, maar ik heb bij HSB een contract voor het leven.’ Willem Beets, voorman metselploeg, zag HSB in de loop der jaren steeds sterker worden: ‘Wij hebben het gevoel dat wij het bedrijf mede hebben opgebouwd. Het hart van onze generatie ligt echt bij het bouwvak.’ Op de vraag wat voor het zevental de meest aansprekende projecten waren, volgen voorbeelden van oude, maar zeker ook recente bouwwerken. Jan Hoogland, werkplaatstimmerman en Willem Beets, voorman metselploeg, noemen Hotel Spaander in Volendam. Eerstgenoemde weet zich meteen te herinneren dat dat de enige keer was dat hij met kerst moest werken. Willem Beets somt alle keren op dat het hotel werd uitgebouwd: ‘Eerst slopen, dan bouwen. We metselden er vele boogjes en ronde hoeken. Net als wij, een beetje gedateerd.’
Project prairiemarmotten
Voor Piet Groot, voorman metselploeg en Willem Beets was ‘project prairiemarmotten’ in Artis bijzonder. ‘Wij metselden daar het dierenverblijf. Groot was mijn verbazing toen ons bouwwerk alweer na een half jaar werd gesloopt omdat de subsidie voor de verplaatsing van de marmotten binnen was’, zegt Piet Groot. Willem Beets kijkt zijn collega’s vragend aan: ‘Wie van jullie kan hier zeggen dat ie ooit met een papegaai op zijn nek een muurtje heeft staan voegen?’ Willem de Boer werkte met heel veel plezier aan project Saentoren in Zaandam: ‘Veel facetten in metsel- en timmerwerk. Lekker bewerkelijk, dus een uitdaging.’ Henk Guijt noemt twee utiliteitsgebouwen, turnkey projecten, die voor hem bijzonder waren: ‘Winkelcentrum Weidevenne en het stadhuis van Purmerend. Aan die laatste hebben wij alle zeven wel gewerkt.’ Voor John Krüse, kwaliteitscontroleur, zijn er geen speciale projecten die er voor hem uitspringen, maar hij heeft nog wel een mooie anekdote ter afsluiting: ‘Wij moesten op Het Schouw een verstopt riool in een pand van de familie Schilder boven de Broekervaart verhelpen. Nadat wij eerst het nodige beton van de vloer hadden weggehakt, konden we alleen met een rubberbootje (onder de vloer) bij de kern van het probleem komen. Via het uitgehakte luik in de vloer gaf ik alle gereedschap aan de twee mannen aan
in het bootje. Die voeren vervolgens met de rubberboot op een scherpe punt van het betonstaal dat nog uit de gehakte betonsparing stak. De mannen een nat pak, alle gereedschap op de bodem van de vaart. In de bouw valt er altijd wel wat te lachen.’ Wat ons gezamenlijke motto is? ‘Nooit te beroerd om te werken!’ Er wordt door iedereen instemmend geknikt.
John Krüse zegt nog ter afsluiting: We kennen elkaar na deze 47,5 jaar door en door en hebben in de loop der jaren allemaal respect voor elkaar en voor ons werk gekregen.